|
||||||||
Laat ik maar beginnen met wat de conclusie hoort te zijn: Kris Delmhorst wordt met iedere nieuwe plaat beter! Dat wil eigenlijk best wel wat zeggen, want de van New York naar Massachusetts verkaste jongedame staat nu toch al bijna twee decennia lang op ons “te volgen”-lijstje en leverde in de loop der jaren met grote regelmaat plaatjes af, die ten huize H. (veel) meer dan gemiddeld gedraaid blijven. “Songs for a Hurricane”, bij voorbeeld, de plaat waarmee ze uit de “eigen beheer”-klasse naar de hoogste regionen doorstootte in 2003, staat al jaren op de lijst van dingen waar we altijd weer naar kunnen teruggrijpen. Naar ik mag vernemen, begon Kris aan deze plaat zonder bijzonder of vooropgezet plan. Gewoon, in de tuin wat akkoordenreeksen zitten proberen en vaststellen dat de ene na de andere melodie uit de lucht geplukt kan worden. Zo moet het ongeveer gegaan zijn, zegt het promoblaadje. Ik denk nochtans dat er meer aan de hand is: in de loop der jaren heeft Kris Delmhorst zich helemaal ontwikkeld tot een geweldige observator en een tekstenmaakster, die de gaafste poëzie weet te koppelen aan melodietjes, die zich heel makkelijk onder je schedeldak weten te nestelen. Zij bezit ook de “gave van de herhaling”: als je sommige woordengroepen op passende wijze blijft herhalen, worden die als vanzelf poëzie en worden woorden recitaties, waardoor mensen gerààkt worden en zich gaan openstellen voor de boodschap die je wil brengen. Opener “Wind’s gonna find a way”, waar de plaat haar titel uit haalt, is daar een mooi voorbeeld van: “keep on pushing and you find a way through”, luidt het. OK, er is twijfel, je weet niet altijd welke weg je moet kiezen, maar luister naar de wereld om je heen. Word één met je omgeving en je zult zien dat je plots wél weet hoe het moet… Hoewel de plaat gemaakt is, toen er van Corona alleen sprake was tussen gespecialiseerde “-logen”, lijkt ze toch maar mooi te anticiperen op de donkere tijden waar we intussen met a’n allen in verzeild zijn geraakt: de klimaatproblematiek, de politieke heisa waarin de wereld verzinkt, oorlog, beledigingen alom, fake news…je kunt er aan ontkomen, maar de kracht daartoe ligt vooral in jezelf. Klinkt dat een beetje zweverig of prekerig? Dat mag zo lijken, maar het is de doorleefde manier waarop Delmhorst omgaat met de dingen die zich aandienen, die de sterkte van deze plaat uitmaken. Er wordt dichters wel eens een “kanarie in de koolmijn”-rol toegedicht en ik denk, nu ik deze plaat een flink aantal keren gehoord heb, dat dat alleszins het geval is voor deze Kris Delmhorst: ze voelt heel goed aan wat mensen raakt en bezighoudt, maar tegelijk is ze ook niet blind voor de kansen en mogelijkheden, die de duistere tijden bieden. Ik hoef er maar de teksten van “Hanging Garden” of “Skyscraper”-de absolute topsong, volgens mij- bij te nemen en ik kan zomaar snappen waar Kris het over heeft. Dit is een plaat, die mensen helemaal aanspreekt -letterlijk- en hen wijst op hun vermogen om zichzelf uit de donkere krochten van de dagelijkse realiteit op te tillen. De enige cover van de plaat, Ricky Lee Jones’ “The Horses” is in doe context een volkomen terechte en begrijpelijke keuze: we zijn het onszelf verplicht een uitweg te zoeken uit de donkerte die ons omringt, maar dan wel zonder dat we daarvoor nodeloos anderen moeten gaan beschimpen of anderszins onrecht aandoen. Ik kan u alleen maar aanbevelen uw oren de kans te gunnen dit pareltje van songschrijfkunst te beluisteren. De muzikale inkleuring is haast perfect, de melodieën klinken al even naturel als de teksten en de stem van Kris…tja, die is van Norah Jones-niveau: helder, klaterend en toch voldoende mysterieus om te kunnen boeien. Kris zet alweer een grote stap voorwaarts en de Champions League” van de songwriters wenkt! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||